Personalisering Instellingen

Weergave

Op de pagina Weergave kunt u opties voor de weergave aanpassen, zoals welke kolommen u wilt tonen of hoe gegevens gesorteerd worden. De weergave-opties worden gebruikt op de pagina's voor Entiteiten, Gebruikers, Working Papers en Bestanden. Voor meer informatie, zie Standaard weergave aanmaken.

Open het Cloudmenu () en ga naar Instellingen | Personalisering | Weergave.

Beheer de weergave op verschillende pagina's.

Klik op een weergave en bovenin verschijnen de knoppen voor opties als Bewerken, Als standaard instellen, Beschikbaar voor en Verwijderen. Standaardrollen kunnen niet worden gewijzigd of verwijderd.

Klik op Nieuw om een nieuwe weergave aan te maken.

Opties voor een nieuwe weergave

Als u een nieuwe weergave wilt maken of bewerken zijn de volgende opties beschikbaar:

Een nieuwe weergave aanmaken voor bestanden.

Optie Omschrijving
Bestanden weergave
  • Naam - De naam van de weergave.

  • Beschikbaar voor personeel - Medewerkers kunnen gebruik maken van de weergave.

  • Beschikbaar voor contactpersonen - Contactpersonen kunnen gebruik maken van de weergave.

Kolommen
  • Kolommen toevoegen - Selecteer welke kolommen u wilt opnemen in de weergave.

  • Herschikken () - Met het icoontje kunt u de kolommen verslepen en zo de volgorde in de weergave aanpassen.

  • Koptekst - Pas de koptekst van de kolom aan. De standaardinstelling staat zo dat de koptekst hetzelfde is als de naam van de kolom.

  • Breedte - Pas de breedte van de kolom aan.

    • Klein - Geeft een breedte van 32px.

    • Gemiddeld - Geeft een breedte van 150px.

    • Groot - Geeft een breedte van 300px.

  • Sorteren () - Klik op de pijltjes; bij een gekleurd pijltje wordt de lijst op deze kolom gesorteerd. Dus als u dit voor de kolom 'Naam' instelt, wordt de lijst standaard gesorteerd op naam. Ook kunt u instellen of u de informatie oplopend of aflopend wilt sorteren. Een voorbeeld:

    • Datum

      De items worden zo gesorteerd:

      • Oplopend - vroegst aangemaakte items bovenaan
      • Aflopend - recent aangemaakt items bovenaan.

    • Getallen

      Items worden gesorteerd op numerieke waarde:

      • Oplopend - het laagste nummer staat bovenaan.
      • Aflopend - het hoogste nummer staat bovenaan.
    • Tekst

      Items worden gesorteerd op alfabetische volgorde:

      • Oplopend - Items staan van A-Z.
      • Aflopend - Items staan van Z-A.
  • Verwijderen () - verwijder deze kolom. De kolom Naam staat standaard in alle weergaven en kan niet worden verwijderd.

Filters Voeg een filter toe aan de weergave. Welke filters beschikbaar zijn hangt af van het soort kolom.

Terminologie

Op de pagina Terminologie kunt u de termen aanpassen die in Caseware Cloud worden gebruikt.

Open het Cloudmenu () en ga naar Instellingen | Personalisering | Terminologie.

De pagina voor terminologie.

Naam Omschrijving
Taal

Klik op uw taal naar keuze en de velden worden automatisch ingevuld met de vertalingen die voor die term in Cloud gebruikt worden.

Soort entiteit
  • Interne entiteit - entiteiten die deel uit maken van uw organisatie. Dit kunnen bijvoorbeeld afdelingen zijn, andere kantoren of andere onderdelen uit uw organisatie.

  • Klantentiteit - dit zijn entiteiten voor uw klanten.

  • Overige entiteit - entiteiten voor derde partijen. Dit zijn geen klanten en ze maken geen deel uit van uw organisatie.

Adres
  • Provincie - de term die gebruikt wordt om een regio aan te duiden. U kunt de term naar wens aanpassen.

  • Postcode

Overig
  • Project/Opdracht - de term die u wilt gebruiken voor het werk dat uw organisatie verricht. Deze wijziging wordt over heel Cloud doorgevoerd.

Belasting
  • Primaire belastingregistratienummer beschrijving - De naam of afkorting die u hiervoor gebruikt.

  • Secondaire belastingregistratienummer beschrijving - De naam of afkorting die u hiervoor gebruikt.

Deze velden zijn alleen beschikbaar als u een licentie heeft gekocht voor CasewareCloud Time.

Functies

Op de pagina voor Functies kunt u de titels wijzigen voor de functies binnen uw organisatie. Functies die standaard als zijn ingevuld kunnen weg worden gelaten of u kunt de naam wijzigen.

Open het Cloudmenu () en ga naar Instellingen | Personalisering | Functies.

De pagina voor Functies.

Labels

Op de pagina voor labels kunt u bekijken welke labels zijn aangemaakt, deze bewerken en verwijderen, en nieuwe labels maken. Voor meer informatie, zie Labels aanmaken.

Open het Cloudmenu () en ga naar Instellingen | Personalisering | Labels.

Labels toevoegen, bewerken of verwijderen.

Alle labels die al aangemaakt zijn hebben een eigen categorie: (Systeembreed, Personeel, Contactpersonen, Bestanden of Entiteiten). Als u een categorie heeft geselecteerd kunt u een label Toevoegen of klik op het vakje naast de label om deze te Bewerken of te Verwijderen.

Op de pagina voor Links kunt u de links beheren die in het Cloudmenu worden weergegeven. Hieronder vallen alle koppelingen naar websites waarvan u snel toegang wilt geven aan uw gebruikers. Voor meer informatie, zie Externe links toevoegen.

Open het Cloudmenu () en ga naar Instellingen | Personalisering | Links.

De pagina voor Links.

Nummer Naam Omschrijving
1 Toevoegen Opent het venster om een link toe te voegen.
2 Bewerken Bewerk de geselecteerde link.
3 Verwijderen Verwijder de geselecteerde link.
4 Omhoog/Omlaag verplaatsen Verplaats de geselecteerde link in de lijst.
5 Naam Naam van de link.
6 URL De URL van de link. Als vanuit Cloud op de link geklikt wordt opent de URL in een nieuw tabblad.
7 Beschikbaar voor personeel/contactpersonen Een groen vinkje dat weergeeft of de link beschikbaar is voor personeel, contactpersonen of voor allebei.

Functionaliteiten

Op de pagina Beheer functionaliteiten kunt u de chat-functie in Cloud instellen en integraties met diensten van derde partijen in- of uitschakelen. Met de integraties kunt u bijvoorbeeld documenten vanuit diensten buiten Cloud aan entiteiten en activiteiten koppelen. Zo'n integratie met derde partijen noemen we in Cloud een mashup. Voor meer informatie, zie Hulpprogramma's koppelen aan Cloud.

Let op: Het inschakelen van mashups met producten van derde partijen kan gevolgen hebben voor de privacy en beveiliging. Lees eerst de documentatie die beschikbaar is gesteld door de leverancier van het product voordat u de functionaliteit inschakelt.

Open het Cloudmenu () en ga naar Instellingen | Personalisering | Beheer functionaliteiten.

Naam Omschrijving
Google Drive

Gebruikers kunnen de volgende Google documenten aanmaken, bijvoegen en delen op de pagina voor Activiteiten of Bestanden:

  • Google Docs

  • Google Sheets

  • Google Slides

  • Google Tekening

Google agenda Gebruikers kunnen hun Google Agenda synchroniseren met gebeurtenissen in Cloud en deze omzetten naar boekingen in de Time app.
Google Viewer

Gebruikers kunnen de volgende bestanden previewen in hun browser:

  • Word-documenten (.docx of .doc)

  • Excel-bestanden (.xlsx)

  • PowerPoint presentaties (.pptx)

  • PhotoShop-bestanden (.ps)

  • Adobe Illustrator-bestanden (.eps en .xps)

OneDrive

Gebruikers kunnen de volgende Microsoft documenten aanmaken, bijvoegen en delen op de pagina voor Activiteiten of Bestanden:

  • Word-documenten (.docx of .doc)

  • Excel-bestanden (.xlsx)

  • PowerPoint presentaties (.pptx)

  • Al aangemaakte documenten in OneDrive
Microsoft Office Web Apps Gebruikers kunnen bestanden van Microsoft Office direct in de browser wijzigen.
SharePoint

Gebruikers kunnen de volgende Sharepoint documenten aanmaken, bijvoegen en delen op de pagina voor Activiteiten of Bestanden:

  • SharePoint Word

  • SharePoint Excel

  • SharePoint PowerPoint

Als u de Sharepoint mashup inschakelt moet u de gegevens van de server invoeren en inloggen met een beheerdersaccount.

Bestanden van SharePoint worden opgeslagen op uw SharePoint-server. Cloud beheert de koppelingen naar deze bestanden en de beveiliging wordt gesynchroniseerd over SharePoint en Cloud.

Chat

Gebruikers kunnen met deze functie met elkaar chatten in de browser.

Als u de chatfunctie heeft ingeschakeld kunt u nog aangegeven hoe u berichten wilt bewaren.

Overig U kunt nog opgeven welke producten u wilt in- of uitschakelen. Als u een product uitschakelt zijn alle opdrachten niet meer toegankelijk tot het product weer wordt ingeschakeld.

Landinstellingen

Op de pagina voor Landinstellingen kunt u de weergave van nummers, valuta, datum en tijden aanpassen.

Open het Cloudmenu () en ga naar Instellingen | Personalisering | Landinstellingen.

De pagina voor landinstellingen.

Nummer Naam Omschrijving
1 Numeriek

Gebruikers kunnen aangeven hoe numerieke waarden getoond worden.

  • Decimaalteken - het teken voor decimalen.

  • Cijfergroeperingssymbool - het teken voor grote cijfers. Als u een komma , opgeeft wordt een miljoen bijvoorbeeld weergegeven als 1,000,000.

  • Negatief - het teken om negatieve nummers te tonen.

Gebruikers kunnen deze instellingen zelf nog aanpassen in hun persoonlijke instellingen.

2 Valuta

De weergave van valuta.

  • Symbool - Het teken dat gebruikt wordt voor de valuta.

  • Positief - de weergave van positieve valutawaarden.

  • Negatief - de weergave van negatieve valutawaarden.

3 Datum en tijd

De weergave van datum en tijd.

  • Datumnotatie - De datumweergave.

  • Tijdnotatie - De tijdweergave.

Gebruikers kunnen deze instellingen zelf nog aanpassen in hun persoonlijke instellingen.

4 Telefoon - het standaard landnummer

Als u belt via Cloud met een VoIP-programma wordt het standaard landnummer automatisch toegevoegd aan het telefoonnummer als het landnummer bij het bellen niet wordt opgegeven. Voor het nummer moet een + worden ingevuld. Een voorbeeld:

  • Standaard landnummer: +1.

  • Contactpersoon: Marga Jansen

  • Telefoonnummer: 055-3681060

Klik op het Telefoonnummer van Marga Jansen en de VoIP-app belt het nummer +1-055-3681060.

Gebruikers kunnen de integratie met de VoIP-app inschakelen via hun persoonlijke instellingen.

Gepersonaliseerde entiteit-eigenschappen

Op de pagina voor gepersonaliseerde entiteit-eigenschappen kunt u eigenschappen toevoegen om entiteiten te omschrijven.

Open het Cloudmenu () en ga naar Instellingen | Personalisering | Gepersonaliseerde entiteit-eigenschappen.

De pagina gepersonaliseerde entiteit-eigenschappen

Nummer Optie Omschrijving
1 Eigenschappengroep toevoegen

Klik hier om een nieuwe groep toe te voegen.

2 Opslaan

Alle wijzigingen opslaan.

3 Annuleren

Alle wijzigingen annuleren.

4 Indelen

U kunt de groep of de eigenschappen ervan slepen om de indeling te wijzigen. Dit bepaalt de indeling van de groep en de eigenschappen in de Entiteitwizard en het Entiteit-profiel.

5 Eigenschappengroep

De naam van de groep.

6 Eigenschap toevoegen

Een eigenschap toevoegen aan de groep.

7 Weergavenaam

De naam van de eigenschap.

8 Soort

Selecteer hier wat voor soort eigenschap ingevuld kan worden:

  • Tekst met meerdere regels

  • URL

  • E-mail

  • Numeriek

  • Valuta

  • Datum

  • Selectievakje

  • Tekst met één regel

9 Vereist veld

Vink het vakje aan om dit een vereist veld te maken.

10 Verwijder

De groep of eigenschap verwijderen.

Workflows

Op de pagina Workflows kunt u een workflow toewijzen aan items. Voor meer informatie, zie Workflows aanmaken.

Open het Cloudmenu () en ga naar Instellingen | Personalisering | Workflows.

De pagina voor Workflows.

Nummer Naam Omschrijving
1 Beheer workflows Klik op Beheer workflows om workflows te bewerken of verwijderen, of om nieuwe workflows aan te maken.
2 Inhoud Alle beschikbare inhoud waar een workflow aan kan worden toegewezen.
3 Workflow toewijzen Klik op het pijltje en een keuzemenu opent waarin u de workflow kunt selecteren.