Gegevens invoegen via het rechtervenster met Caseware Cloud Connector

Let op: Uw systeembeheerder moet Caseware Cloud Connector aanschaffen en inschakelen voor uw account.

U kunt het rechtervenster gebruiken om gegevens op te halen uit de opdracht en in te voegen in het Excel-bestand.

Uw startpunt is altijd de pagina Documenten:

  1. Ga naar de Pagina Documenten.

  2. Open het Excel-bestand.

  3. Selecteer het pictogram Datalink in het lint.

  4. Aan de rechterkant verschijnt een venster met twee gegevensbronkoppelingen: Saldibalans en Eigenschappen.

Het Cloud Connector-venster in het Excel-bestand.

Doe het volgende om saldibalansgegevens in te voeren:

  1. Selecteer de cel waarin u de gegevens van de saldibalansgroep wilt invoegen.

  2. Ga naar het rechtervenster en zoek de gewenste groep. Gebruik de neerwaartse pijlen () om bovenliggende groepen uit te vouwen.

  3. Tip: U kunt ook het zoekveld bovenaan gebruiken. U kunt zoeken op groepsnaam of groepsnummer (als u de weergave van saldibalansgroepsnummers hebt ingeschakeld in uw product).

    Het zoekveld gebruiken om saldibalansgroepen te vinden.

  4. Selecteer het pictogram Functie invoegen () naast de groep.

    Klik op het koppelingspictogram in de Saldibalans-gegevensbron voor een keuzelijst met opties om waarden in te voegen.

  5. Selecteer in de keuzelijst Naam, Huidige periode of Voorafgaande periode.

  6. De geselecteerde gegevens worden opgehaald uit de opdracht en ingevoegd in de cel.

Doe het volgende om een opdrachteigenschap in te voegen:

  1. Selecteer de cel waarin u een opdrachteigenschap wilt invoegen.

  2. Ga naar het rechtervenster en selecteer het tabblad Eigenschappen.

  3. Zoek de opdrachteigenschap die u wilt invoegen.

  4. Tip: U kunt ook het zoekveld bovenaan gebruiken.

  5. Selecteer het pictogram Functie invoegen ().

  6. De informatie wordt opgehaald uit de opdracht en ingevoegd in de cel.

Doe het volgende om een bedrijfseigenschap in te voegen:

  1. Selecteer de cel waarin u een opdrachteigenschap wilt invoegen.

  2. Ga naar het rechtervenster en selecteer het tabblad Eigenschappen.

  3. Scrol omlaag naar de sectie Eigenschappen firma.

  4. Selecteer het pictogram Functie invoegen () om de Naam of het adres van de firma in te voegen.

  5. De informatie wordt opgehaald uit de opdracht en ingevoegd in de cel.

Tips:
U kunt operators gebruiken met Cloud Connector-formules om berekeningen uit te voeren.
#BUSY! betekent dat het even duurt om de gegevens in de cel te laden.
#VALUE! betekent dat de gegevens niet gevonden werden. Als bijvoorbeeld het adres van het bedrijf niet is ingevoerd, verschijnt #VALUE! in de cel.

Let op: Vergeet niet uw Excel-bestand op te slaan wanneer u klaar bent. Als u een kopie van het huidige Excel-bestand wilt delen en niet wilt dat de gegevens worden bijgewerkt bij een wijziging van het opdrachtbestand, dan kunt u de optie Dupliceren & ontkoppelen gebruiken. Deze optie creëert een spreadsheetkopie zonder formules, die u kunt gebruiken voor back-ups of naar klanten kunt sturen. Let op dat u beveiligde spreadsheets niet kunt dupliceren.