Niet-geconsolideerde data gebruiken in de jaarrekening

Bij het aanmaken van een geconsolideerde opdracht wordt de geconsolideerde balans getoond in het dossier en iedere tabel. Er zijn echter nog drie mogelijkheden om de niet-geconsolideerde gegevens te tonen:

  • Stel het gehele document in om niet-geconsolideerde gegevens te gebruiken.

  • Stel een of meerdere tabellen in om niet-geconsolideerde gegevens te tonen.

  • Stel een over meer kolommen in de tabel in om niet-geconsolideerde gegevens te tonen.

Als u aparte jaarrekeningen wilt opstellen voor het moederbedrijf en de dochterondernemingen kunt u instellen dat u in het document de niet-geconsolideerde gegevens wilt gebruiken.

Gebruik niet-geconsolideerde gegevens in het document

Niet-geconsolideerde data gebruiken in de jaarrekening:

  1. Open de jaarrekening en ga naar de documentnavigatie.

  2. Open de Instellingen () en vink het hokje voor Gebruik niet-geconsolideerde data aan.

    De geconsolideerde data wordt nu niet meer in de jaarrekening opgenomen.

Als u de geconsolideerde data wel weer wilt opnemen, klik dan nogmaals op het vakje Gebruik niet-geconsolideerde gegevens om de optie weer uit te schakelen.

Gebruik niet-geconsolideerde gegevens in een tabel

Niet-geconsolideerde gegevens tonen in een tabel:

  1. Selecteer de tabel waarin u een pagina-einde wilt invoegen.

  2. Aan de rechterkant van de tabel staan icoontjes voor tabelopties.

  3. Klik op Meer acties () | Dynamische Tabel bewerken.

  4. De tabel wordt opnieuw geopend in bewerkmodus.

  5. Ga naar Instellingen () | Consolidatie, en vink het hokje voor Gebruik niet-geconsolideerde data aan.

Als u de geconsolideerde data wel weer wilt opnemen, klik dan nogmaals op het vakje Gebruik niet-geconsolideerde gegevens om de optie weer uit te schakelen.

Gebruik niet-geconsolideerde gegevens in een tabelkolom

Niet-geconsolideerde gegevens tonen in een kolom:

  1. Selecteer de tabel waarin u een pagina-einde wilt invoegen.

  2. Aan de rechterkant van de tabel staan icoontjes voor tabelopties.

  3. Klik op Meer acties () | Dynamische Tabel bewerken.

  4. De tabel wordt opnieuw geopend in bewerkmodus.

  5. Selecteer de kolom.

  6. Vink de optie Gebruik niet-geconsolideerde gegevens aan.

    Als u de geconsolideerde data wel weer wilt opnemen, klik dan nogmaals op het vakje Gebruik niet-geconsolideerde gegevens om de optie weer uit te schakelen.

    Geconsolideerde gegevens vervangen door niet-geconsolideerde saldi.