Complexe gebruikte rekeningen

Deze analytische test identificeert alle boekingen die meer dan het opgegeven aantal rekeningen bevatten. Deze test kan worden gebruikt om complexe, niet-routinematige of ongebruikelijke zakelijke transacties te identificeren die mogelijk nader onderzoek vereisen.

Voor analyse gebruikte velden

Deze test gebruikt twee velden om de analyse uit te voeren:

  • Identificatieveld(en) met cijfers of tekens die aangeven hoe de rekeningcombinaties worden gegroepeerd. Het veld Journaalpost kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de rekeningen te groeperen per journaalpost.

  • Accountveld(en) die getallen of tekens bevatten die gebruikt worden om het aantal combinaties per identificator te berekenen.

Parameters

Er is één parameter die moet worden ingesteld om deze test uit te voeren:

Aantal rekeningcombinaties - Voer het minimumaantal rekeningen in waarmee de rekeninggroep als risicovol of ongebruikelijk kan worden geïdentificeerd. Dit getal moet een geheel getal zijn. Als je bijvoorbeeld 11 invoert, identificeert de test alle groepen met minimaal 11 accounts.

Technische specificaties

Wanneer je de analysetest voor complexe rekeningcombinaties uitvoert, worden de volgende stappen uitgevoerd om de test uit te voeren:

  1. Controleer of de nodige referentievelden zijn geselecteerd. Als er geen velden zijn geselecteerd, maak dan een uniek referentieveld. Deze stap wordt alleen uitgevoerd als er specifieke velden zijn geselecteerd. Als alle velden beschikbaar zijn, is deze stap niet nodig.

  2. Controleer of de belangrijkste analysevelden zijn geselecteerd. Dit zijn de identificatieveld(en) en de rekeningveld(en).

  3. Controleer of het aantal combinaties is ingevoerd. Dit moet een positief geheel getal zijn. De standaardwaarde is 11.

  4. Vat het bronbestand samen met de identificatiekolom(men) en de rekeningkolom(men). Zorg ervoor dat het totaal van de samenvatting het aantal records is.

  5. Vat stap 5 samen per kolom(s) met identificatoren en tel het aantal records voor elke kolom(s) met identificatoren bij elkaar op.

  6. Extraheer alle identificatieveld(en) waarin het aantal records groter is dan of gelijk is aan de parameter Aantal combinaties .

  7. Extraheer alle brontransacties met dezelfde combinatie van identificatievelden uit de vorige stap.

  8. Extraheer de resultaatvelden die door de gebruiker zijn geselecteerd. Alle velden worden standaard geëxtraheerd.

    Let op: De mogelijkheid om resultaatvelden te selecteren is momenteel nog niet beschikbaar en zal in een latere release worden toegevoegd.