Entiteiten koppelen

In koppelingen worden twee of meer entiteiten in Cloud samengevoegd zodat ze een gecombineerde weergave bieden van alle bestanden en activiteiten van de entiteiten in de koppeling. Entiteiten die gekoppeld zijn blijven wel onafhankelijk van elkaar.

Mogelijke koppelingen

Koppelingen kunnen voor elke soort entiteit worden aangemaakt, interne entiteiten, klantentiteiten of overige entiteiten.

Het kan zijn dat een gebruiker werkt voor meerdere dochterondernemingen van een groot bedrijf. Het is dan handig om voor iedere dochter een aparte klantentiteit te maken en deze dan te koppelen.

Een koppeling kan bestaan uit verschillende soorten entiteiten. Als u bijvoorbeeld een interne entiteit heeft aangemaakt voor uw belasting-team, dan kunt u deze koppelen met de klantentiteiten waar zij werk voor verrichten.

Iedere entiteit kan slechts deel uit maken van één koppeling. Als u een entiteit wilt koppelen met een entiteit die al deel uit maakt van een koppeling, dan wordt de entiteit toegevoegd aan de koppeling die dan alsmaar groter wordt.

Bijvoorbeeld, we hebben twee koppelingen: een set (A, B, C) en een tweede set (D, E, F). Als u een entiteit van de ene koppeling wilt koppelen met een entiteit uit de andere koppeling (bijvoorbeeld entiteit C met entiteit E koppelen), dan voegen de twee koppelingen juist samen en wordt de set (A, B, C, D, E, F) gecreëerd.

Koppelingen bekijken

Als u een entiteit bekijkt die deel uitmaakt van een koppeling dan staat er een icoontje naast de naam. Dit icoontje is ook een knop om de weergave te veranderen: de gekoppelde weergave () waarmee de inhoud van alle gekoppelde entiteiten wordt getoond, en de weergave van de enkele entiteit () waarmee alleen de inhoud van de geselecteerde entiteit wordt getoond.

Enkele entiteit en Gekoppelde entiteiten

Een entiteit koppelen:

  1. U heeft de rol Beheerder personeel nodig of vergelijkbare machtigingen.

  2. Klik op Entiteiten in het Cloudmenu.

  3. Selecteer een entiteit die u wilt koppelen en klik op Meer acties () | Koppelen.

    Klik op de knop Koppelen in het Entiteitsmenu

  4. Zoek de entiteiten die u wilt toevoegen. Toegevoegde entiteiten worden in het venster gesorteerd op type.

    Voeg entiteiten toe aan de koppeling

  5. Klik op Sluiten.

Machtigingen voor koppelingen

Gebruikers kunnen entiteiten in een koppeling bekijken, verwijderen of entiteiten toevoegen aan de koppeling. Er worden geen aparte machtigingen gegeven voor koppelingen. De machtigingen van gebruikers voor koppelingen zijn gebaseerd op de machtigingen die zij hebben voor de individuele entiteit.

  • Om entiteiten in een koppelingen te kunnen bekijken hebben gebruikers de machtiging Lezen nodig onder het kenmerk Samenvatting voor iedere entiteit. Als gebruikers deze machtiging niet voor iedere entiteit in de koppeling hebben dan kunnen zij alleen de entiteiten zien waar zij wel de machtiging voor hebben.

    Gebruikers kunnen koppelingen niet zien als zij deze machtiging voor slechts één entiteit in de koppeling hebben.

  • Om entiteiten in een koppeling toe te voegen of te verwijderen hebben gebruikers de machtiging Bewerken nodig onder het kenmerk Details voor iedere entiteit. Gebruikers kunnen alle entiteiten toevoegen of verwijderen als zij deze machtiging voor iedere entiteit hebben.

    Zonder toestemming om entiteiten te Bewerken kunnen gebruikers entiteiten niet zomaar toevoegen of verwijderen van koppelingen, ook al kunnen zij de entiteiten wel zien.

In de onderstaande tabel staan de benodigde machtigingen om toegang te krijgen tot entiteiten in een koppeling. Er staan ook suggesties voor rollen in die deze machtigingen toekennen.

Toegang Benodigde machtigingen Suggesties voor rollen

Bekijk entiteiten in een koppeling.

De machtiging Lezen onder het kenmerk Samenvatting voor de entiteit.

  • Lezer

  • Entiteit toegang

  • Entiteitsmedewerker

Entiteiten Toevoegen aan of Verwijderen uit een koppeling.

De machtiging Bewerken onder het kenmerk Details voor de entiteit.

  • Bewerker

  • Eigenaar